No products in the cart.

Mindful Parenting

‘Wat ik had willen weten voordat ik een tweeling kreeg’ - Interview voor Eva Jinek.

Hindsight is 20/20 zeggen ze wel: achteraf weet je het allemaal zo goed. Kennis waar je zelf niks meer aan hebt, maar waar je een ander wel mee kan helpen. Daarom vragen we in deze rubriek aan ervaringsdeskundigen: wat had je achteraf bezien graag eerder willen weten? Deze week vertelt Charlotte le Conge Kleyn wat er zo bijzonder is aan het krijgen en hebben van een tweeling.

Met twee kinderen onder de 2 jaar had Charlotte Le Conge Kleyn (34) haar handen al redelijk vol, maar tot haar verbazing ontdekte ze twee jaar geleden opnieuw zwanger te zijn. “Ik voelde eigenlijk meteen dat het een tweeling was”, vertelt ze over dat moment. Al kan ze niet precies uitleggen wat dat gevoel was. Toen het voorgevoel tijdens de eerste echo werd bevestigd, riep haar man meteen: ‘We hebben een nieuwe auto nodig’. Maar dat is niet de enige voorbereiding die voorafgaat aan een gezinsuitbreiding met twee kids tegelijk.

1. Twee is écht anders dan één

“Ik voelde me echt heel goed tijdens mijn zwangerschap van de tweeling”, zegt Charlotte, “maar daardoor is het verleidelijk om te denken dat je net zo veel en lang kan blijven werken als bij een normale zwangerschap.” Terwijl twee kinderen wel iets meer van je lijf en energie vragen dan één. Ook als ze nog in de baarmoeder zitten. “Je moet daarom echt je rust pakken.”

‘Ik verliet het ziekenhuis als een soort robot’

Dat wordt deels voor je besloten doordat je eerder met verlof mag als je een tweeling verwacht, maar dan nog is het belangrijk om hier regelmatig met je gynaecoloog en verloskundige over te praten. “Ik had een monochoriale tweelingzwangerschap, wat betekent dat de tweeling eeneiig is. Ze hadden wel ieder een eigen vruchtzak, maar deelden de placenta, waardoor je onder andere een verhoogd risico loopt op vroeggeboorte.” Als je van tevoren plant dat je tot 32 weken blijft werken, heb je in de praktijk misschien niet genoeg verlof om je in alle rust voor te bereiden op de geboorte.

En onderschat niet hoe belangrijk je verlof is, benadrukt Charlotte. Hoe goed of fit je je ook voelt, die bevalling en de eerste weken erna zijn loeizwaar. Je moet echt je rust pakken zolang het nog kan. “Ik wilde Oliver en Charly, zoals mijn tweeling heet, heel graag borstvoeding geven. Maar zoals je begrijpt, is dat ook anders dan met één kind. Dan is het eerst de een, dan de ander, vervolgens nog even samen voor het gevoel. Daarna kolven en dan sliepen de jongens en had ik welgeteld drie kwartier om even naar de wc te gaan, iets te eten en snel een oogje dicht te doen.” Er waren nachten bij dat ze wakker werd gemaakt door de verpleegkundige of haar man om te voeden en smeekte of ze niet nog één uurtje mocht slapen. Maar als je zo graag wil dat borstvoeding lukt, moet je je aan het schema houden. “Ik verliet het ziekenhuis als een soort robot, echt een melkmachine.”

2. Investeer in jezelf en je omgeving

Of je nou al kinderen hebt of de tweeling je eersten zijn: het slokt je helemaal op. “In het begin doe je alles op adrenaline, dus merk je dat slaapgebrek nog niet zo. Maar vanaf het moment dat de baby’s een beetje doorslapen, en je zelf dus ook wat meer slaapt, komt de vermoeidheid ineens keihard binnen.” Dat haal je niet in met een paar goede nachten en daarom is het belangrijk om vanaf het begin ook dingen af en toe voor jezelf te doen.

“Ik heb een postpartumbehandeling gehad en dat heeft mij echt geholpen.” Maar eigenlijk kan het van alles zijn, volgens Charlotte. “De ene vrouw geniet van een massage, een ander heeft heel veel aan een uur in haar eentje wandelen met een podcast. Maar ik ken ook vrouwen die echt veel energie halen uit hun werk. De uren op kantoor voelen soms meer ‘van jou’ dan de uren thuis.”

‘Alleen als je zelf ook een tweeling hebt, begrijp je het écht’

Hoewel je bij een tweeling veel extra begeleiding krijgt vanuit het ziekenhuis, is dat vooral op medisch gebied. “Ik vind het wel jammer dat het daar alleen maar gaat over de fysieke impact van een tweeling krijgen, de risico’s voor de baby’s, maar ook voor je eigen lijf.” Op mentaal en emotioneel vlak ben je meer op jezelf aangewezen. “Het is niet zo gek als je je af en toe compleet overweldigd voelt. Praat daarover met je partner, vriendinnen of misschien een coach of psycholoog. Ik had die behoefte heel erg en daarom zou ik andere ouders ook graag willen begeleiden in dit traject.”

De meest verrassende steun kwam via social media. “Als je lid wordt van Facebookgroepen over tweelingen, zie je naast alle tips ook een heleboel ellende voorbijkomen. Voor mij was dat niet fijn om te veel in rond te zwerven.” Maar via Instagram kwam Charlotte in contact met andere tweelingmoeders. “Ik heb daar echt een hele goede vriendin aan overgehouden, mijn twindin. Alleen als je zelf ook een tweeling hebt, begrijp je het écht.” Kortom: zoek andere tweelingmoeders op.

3. Het schema staat centraal

Charlotte en haar man zijn behoorlijk laid-back wat betreft de opvoeding en schema’s van hun oudste kinderen. “Waren ze wakker, dan waren ze wakker. En of ze honger hadden of niet, wij gingen gewoon mee in hun ritme. Lekker makkelijk.” Maar met een tweeling piep je wel anders. “Het is geen doen om de tweeling los van elkaar aan een ander schema te houden,” lacht Charlotte, “dan heb je echt geen leven over.” In de praktijk betekent dat: wanneer de ene wakker is, laat je de ander niet nog uren liggen. “En als Charly zichtbaar moe is, gaat Oliver ook naar bed. Hetzelfde geldt voor eten. En in ons geval wordt er meestal zelfs tegelijk gepoept.”

4. Hulp is heilig (en ga er zelf achteraan)

Alle extra handen zijn meer dan welkom, en dan is het natuurlijk fijn om een beroep te doen op je ouders en andere dierbaren. Maar in sommige gevallen heb je ook recht op éxtra hulp: “Met mijn type zwangerschap bleek ik vanuit de gemeente recht te hebben op gezinshulp in huis, dat werd dus gewoon vergoed.” Dat weet helemaal niemand, zegt Charlotte. Maar zij besloot er zelf in te duiken en precies uit te zoeken wat haar rechten waren als aanstaande tweelingmoeder. Om uit te zoeken of jij met jouw type zwangerschap ook recht hebt op extra hulp kan je het beste advies inwinnen bij de gemeente. Dat scheelt echt een slok op een borrel, legt ze uit. “Want zoals je je kan voorstellen kost een tweeling al genoeg, dus alle beetjes helpen.”

“‘Ze moeten zich ook los van de ander vrij kunnen ontwikkelen’

Hetzelfde geldt overigens voor als je weer aan het werk gaat, zo mag je bijvoorbeeld tot een kwart van je werktijd gebruiken om te kolven. En je werkgever moet voorzien in een ruimte waar je dat kan doen. “In de praktijk zijn er misschien niet veel werkgevers die hier zelf over beginnen. Als borstvoeding – en dus kolven – belangrijk is voor jou, kan je daarom het beste zelf het voortouw nemen hierin.” En kijk niet vreemd op als je dan toch met je kolfapparaat onder de arm naar een wc wordt verwezen.

Door alle hormonen heb je niet altijd in de smiezen hoe het met jou gaat. “Ik heb mijn tweeling acht maanden lang uitsluitend borstvoeding gegeven en als je me nu vraagt hoe ik dat gedaan heb… ik zou het je niet kunnen vertellen”, geeft Charlotte toe. “Ik ben daar echt een beetje aan onderdoor gegaan. Je geeft alleen maar en houdt zelf zo weinig over, ik viel daarom ook heel veel af.” Uiteindelijk waren het haar man en moeder die Charlotte op het hart drukte toch maar te stoppen met borstvoeding. “Zelf was ik daar niet op gekomen, je bent toch high on hormones, dus voor mij voelde het als de normaalste zaak van de wereld om zo lang door te gaan met voeden.”

Leer hulp aanvaarden, want dat had Charlotte achteraf eerder willen doen. “Ik heb op een gegeven moment zelfs een brief van de gynaecoloog gekregen toen ik nog zwanger was. Die was voor mijn baas bedoeld omdat ik steeds meer harde buiken had en daarom minder moest gaan werken.” In de praktijk durfde ze de brief helemaal niet aan haar manager te geven. “Ik weet nog dat we in een meeting zaten, en ik zat er onwijs mee in mijn maag, maar aan het einde schoof ik de brief heel onzeker richting mijn baas. Toen hij het las, riep hij: ‘Charlotte, waarom geef je dit nu pas? We moeten dit meteen regelen, we gaan versterking zoeken en jij gaat vanaf nu halve dagen werken’.” Dat was een goede les. Luisteren naar het advies van anderen, voor je eigen bestwil.

5. Hun band is bijzonder, maar je hoeft ze niet precies hetzelfde te behandelen

Wanneer je zwanger bent van een tweeling, droom je misschien al van matching outfits, dubbele buggy’s en twee kids die een leven lang beste vrienden zijn. Dat kan natuurlijk, maar hoeft niet. Omdat Charly en Oliver eeneiig zijn, lijken ze héél veel op elkaar. Charlotte: “Ze horen gewoon bij elkaar, ze niesen tegelijk, hebben allebei een koemelkallergie, allebei buisjes in hun oren, dat vind ik echt bizar om te zien.” Maar los van de gelijkenissen en het strakke schema, wil je dat kinderen ook hun eigen karakter ontwikkelen. “Grappig genoeg merk je in de buik al verschil tussen de een die altijd druk is, bijvoorbeeld, terwijl de ander zich nooit liet zien op een echo.”

Charlotte probeert niet te veel vast te houden aan die vroege karaktertrekjes, of ze te veel als één geheel te zien. “Voor nu slapen ze samen op een kamertje en het lijkt me ook heerlijk als ze straks samen in de klas zitten, maar af en toe lees ik aan één van beiden een boekje voor. Ze moeten zich ook los van de ander vrij kunnen ontwikkelen.” En zoals bij ieder kind geldt voor tweelingen ook dat karakters niet vastomlijnd zijn vanaf de geboorte. “Ze hebben sprongetjes en de ene keer is een kindje aanhankelijker of knuffeliger dan de ander.” Probeer dus niet te veel te projecteren en je kids vooral de ruimte te geven om hun eigen draai te vinden en veranderingen door te maken.